Onderhoud noodzakelijk voor veilig houden sector

Onderhoud noodzakelijk voor veilig houden sector

Hij noemde het al in zijn column in het decembernummer van het magazine: onderhoud en revisie zijn niet sexy maar wel belangrijk. Niet alleen voor gebruikers en eigenaren van materieel maar ook voor mede(weg)gebruikers én het milieu. Ook als het elektrische machines betreft. De visie van BMWT directeur Jan Hommes.

Onderhoud en revisie van bouwmachines en -materieel mogen dan niet sexy zijn, het belang ervan is enorm, met name van tijdig en adequaat onderhoud. Dat blijkt wel als we Jan Hommes vragen naar hoe hij als directeur van BWMT, de branchevereniging van leveranciers van onder meer bouwmachines, wegenbouwmachines en (intern-)transportmiddelen tegen het onderwerp aankijkt. “Tegelijkertijd is het lastig om onderhoud en de trends op dat gebied in algemene zin te duiden. Dat komt omdat de diversiteit aan materieel en gebruikers enorm is. We hebben in Nederland bijvoorbeeld wielladers draaien met Stage II motoren, (omgebouwde) elektrische graafmachines en heel kapitaalintensieve specialistische machines. Daar kun je geen gemene deler voor hanteren maar een machine moet te allen tijde technisch veilig zijn en daar horen onderhoud en periodieke keuring(en) bij.”

Onderhoud levert juist geld op

“In welke mate onderhoud noodzakelijk is, blijft toch primair afhankelijk van het aantal draaiuren en het type werk dat een machine verricht. Ook spelen het type bedrijf en de eigendomsstructuur mee. Als je je materieel leaset of huurt, dan mag je verwachten dat de eigenaar het onderhoud zo faciliteert en uitvoert dat je als machinist betrouwbaar en veilig kunt werken.” Hommes heeft niet het idee dat bestaande machines door de fors gestegen prijzen van nieuw materieel langer of anders ingezet worden en dus meer onderhoud vragen. “In bepaalde sectoren zal dat ongetwijfeld het geval zijn maar in de sectoren die wij vertegenwoordigen/bedienen, merk ik dat niet. Het zijn toch vooral de aangenomen klussen en projecten die bepalend zijn. Machines worden veelal gekocht of gehuurd na het gegund krijgen van werk en aannemers besluiten op basis daarvan of men het materieel vervolgens aanhoudt of afstoot. Daarnaast speelt natuurlijk ook de fiscale afschrijvingstermijn een (grote) rol. Als die termijn vijf jaar is, dan wordt een machine na vijf jaar vervangen. Soms kan de aanschaf van een nieuwe machine financieel aantrekkelijker zijn uit oogpunt van total costs of ownership dan het aanhouden van een bestaande machine.”

Materieel sparen loont

Tegelijkertijd bespeurt de vertegenwoordiger van de branche dat allerlei ontwikkelingen rond emissiebeperkingen resulteren in andere manieren om materieel in te zetten. “Het Nieuwe Draaien bijvoorbeeld, waar iedere bedrijfseigenaar en machinist toch eigenlijk wel mee bekend moet zijn, levert veel meer op dan 5 tot 10 procent brandstofbesparing. Het helpt ook om een machine in een betere staat, een betere conditie te houden en/of om de restwaarde beter vast te houden.”

Ombouwen en elektrisch

“Ik gaf al aan dat onderhoud de levens- of eigenlijk de gebruiksduur van een machine kan verlengen en de total costs of ownership kan helpen verlagen. Ik kan me echter niet voorstellen dat het financieel interessant is om bij een revisie van een oudere machine een moderne Stage V motor te plaatsen. Ja, misschien bij een hele dure specialistische machine maar niet bij een graafmachine of een wiellader. Inruilen op een nieuwe machine met zo’n schonere Stage V motor is in de meeste gevallen dan toch veel aantrekkelijker. Bovendien beschik je daarna niet alleen over de modernste motorisering, maar ook over de modernste monitorings- en veiligheidsmaatregelen. Zoals monitoring en diagnose op afstand om noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden vooraf in beeld te krijgen en te kunnen plannen buiten de werkzaamheden om. Stilstand door een defecte machine kost immers altijd meer dan tijdig onderhoud.”

Met de komst van meer en meer elektrisch materieel ziet Hommes onderhoud en ook revisie actueler worden dan ooit. “Van machines die tijdens een revisie ook geëlektrificeerd worden zijn al verschillende voorbeelden te vinden. Dat, en ook het ombouwen van bestaande en/of nieuwe machines, zal nog wel even doorgaan totdat er voldoende elektrische machines op de markt zijn. Het onderhouden van elektrische machines is nieuw voor de sector, nieuw voor machinisten en nieuw voor monteurs. Zelf sleutelen is er dan niet meer bij. Althans niet aan het elektrische gedeelte van de machines. Dat neemt niet weg dat onderhoud en ook periodieke keuringen een ‘no-brainer’ zijn als het gaat om veiligheid en veiligheid gaat voor alles.”

Dit artikel is gesponsord door BMWT.