KOMAT-voorzitter juicht digitalisering toe, maar ziet ook een keerzijde

KOMAT-voorzitter juicht digitalisering toe, maar ziet ook een keerzijde

De opkomende digitalisering brengt bedrijven veel goeds. Maar meer standaardisering en uniformiteit zou welkom zijn, meent Harry Hertsenberg. Bovendien vraagt hij zich af of er niet veel meer mogelijk is met de huidige technologie.

Harry Hertsenberg is in het dagelijks leven algemeen directeur bij Volker Stevin Materieel. Daarnaast is hij voorzitter van de KOMAT, de Adviesgroep Materieel van Bouwend Nederland. In die hoedanigheid is hij betrokken bij de BouwMachines Kennisdag, die in november 2018 'digitalisering' als thema heeft.

'Heel sterk het gevoel dat we er niet het maximale uithalen'

‘Ik ben een groot voorstander van digitalisering, en van de opkomst van slimme machines’, zegt Hertsenberg. ‘Ik heb alleen heel sterk het gevoel dat we er niet het maximale uit halen. Graag zou ik een slag dieper willen.’

Als voorbeeld noemt hij de behoefte aan een intelligent smeerolie- en filtersysteem. ‘Er wordt nu altijd gesproken over een 1000-urenbeurt, inclusief de bijbehorende onderdelen. Meer maatwerk zou heel erg welkom zijn. Het moet toch mogelijk zijn om preventief onderhoud te plegen, afhankelijk van het gebruik van een machine? De ene machine wordt intensiever en anders gebruikt dan de andere. Ook de omgeving is van invloed. Zo’n 1000-urenbeurt houdt helemaal geen rekening met dat soort factoren.’

Inloggen op vijf portals: elke fabrikant doet zijn eigen ding

Daarnaast vindt Hertsenberg dat fabrikanten zouden moeten streven naar standaardisering.

‘Volker Stevin Materieel is het grootste aan een aannemer gelieerde materieelbedrijf van Nederland. Wij hebben machines van een groot aantal merken. Als onze monteurs met vijf machines van vijf verschillende merken aan het werk willen, moeten ze inloggen op vijf portals. En die portals moeten wij dan allemaal weer koppelen aan onze eigen systemen. Elke fabrikant doet zijn eigen ding. Allemaal willen ze zo nodig het wiel opnieuw uitvinden. Veelal bieden fabrikanten de ontsluiting van hun systemen tegen meerprijs aan, terwijl we eigenlijk in deze wereld van digitalisering in een heel ander model komen met elkaar.’

Soms lijkt het alsof fabrikanten de markt afhankelijk willen houden

Hertsenberg noemt het ‘de keerzijde’ van de technologische vooruitgang. ‘Meer uniformiteit zou ons heel erg kunnen helpen. Nu kost het ons heel veel tijd en energie. Ik heb ook weleens tegen een leverancier gezegd: laat de fabrikant zijn software open-source maken, zodat het voor ons als gebruiker gemakkelijker wordt. Maar dat willen ze niet. Soms lijkt het erop alsof ze ons afhankelijk willen houden.’

‘Omarm Nederland, als early adapters’

Fabrikanten en leveranciers zouden meer met hun klanten in gesprek moeten gaan, vindt Hertsenberg. Hij beaamt dat Nederland maar een heel kleine markt is in het internationale speelveld waarop de meeste fabrikanten zich bewegen.

‘Ja, het gaat misschien om kleine aantallen. En Nederland is een veeleisende markt. Maar Nederland is óók een heel innovatieve markt. Daarom zou ik tegen de fabrikanten willen zeggen: omarm ons, als early adapters. Luister goed naar onze wensen en behoeften, en doe daar je voordeel mee.’

Voordat je aan een klus begint op afstand de diagnose stellen

Het ideaalplaatje voor Hertsenberg? ‘Dat onze monteurs kunnen inloggen en de machine volledig zelf kunnen uitlezen. Dan bedoel ik: echt helemaal. Zodat je, voordat je aan een klus begint, op afstand kan bekijken welke onderdelen nodig zijn om een storing te verhelpen. Dat zou het werken voor ons echt gemakkelijker en efficiënter maken.’

‘Het doel moet zijn dat we als branche verder komen hiermee en dat vergt in deze tijd van technologische ontwikkelingen volgens mij een meer ketengerichte aanpak. Want voor alle partijen in de wereld van het zware materieel zijn de kansen erg groot.’

BEKIJK HIER het BouwMachines Dossier over innovaties en praktische toepassingen van digitalisering.

Boudewijn Warbroek

Boudewijn Warbroek

Hoofdredacteur